Waterleidingen

Waterleidingen

De Grieken en Romeinen zagen zich geconfronteerd met de uitdaging om genoeg drinkwater naar hun snel groeiende steden te krijgen. Ze moesten daarvoor water opvangen buiten de stad – bijvoorbeeld bij bronnen in de bergen – en dat via leidingen naar de stad brengen.

De Grieken komt de eer toe dat ze als eersten het belang van waterkwaliteit inzagen, maar de meesters van de waterleiding in de klassieke oudheid waren toch de Romeinen. Hun grote uitvinding, het aquaduct, ontleent zijn naam aan de woorden ‘aqua’ (water) en ‘ducere’ (leiden). Doordat ze licht hellend waren gebouwd, konden ze door de zwaartekracht water transporteren van natuurlijke bronnen naar de Romeinse steden.

Rome had in totaal elf aquaducten met een gezamenlijke lengte van tussen de 400 en 500 kilometer. Samen transporteerden ze dagelijks meer dan 1.000.000 kubieke meter water naar de hoofdstad. De meeste Romeinse aquaducten lagen onder de grond, zodat er geen dode dieren in konden belanden die het water konden besmetten.

Resten van aquaducten zijn te vinden in alle hoeken van het Romeinse rijk: in Frankrijk, Spanje, Turkije en Noord-Afrika. In Nederland zijn de resten van een aquaduct aangetroffen in Nijmegen, dat – vermoedelijk vanuit de omgeving van Berg en Dal – het Romeinse legerkamp van water moest voorzien.

 



'Waterleidingen' has no comments

Geef als eerste commentaar hierop!

Wil je jouw gedachten delen?

Your email address will not be published.

Deze website is onderdeel van de Vereniging Classici Nederland en gerealiseerd door AdCon Online Marketing.