Door Ilse Jelidi-van der Zande, docente op het Ichthus College in Kampen
Geïnspireerd door de gelijkenis van de grotbewoners van Plato komen leerlingen tot grote hoogten
Zoals in de kernboodschap van de VCN verwoord is, bieden de klassieken aansprekende voorbeelden om over grote vragen na te denken. Eén van die grote vragen is: ‘wat is de ware werkelijkheid?’. Met de gelijkenis van de grotbewoners geeft Plato antwoord op deze vraag. Hij schetst een beeld van mensen in een grot, die hier van jongs af aan zitten. Zij beschouwen schaduwen voor zich op de wand van de grot als de ware werkelijkheid. Dit is hun realiteit. Zij hebben geen idee van de wereld buiten de grot. Als een gevangene uit de grot zou worden gesleept, dan zou hij eerst, verblind door de zon, niets zien. Uiteindelijk zou hij er echter achter komen dat hij eerder in een schijnwerkelijkheid leefde. Plato zegt dat wij die gevangenen in de grot zijn, aangezien wij de waarneembare wereld om ons heen als ware werkelijkheid beschouwen. Volgens Plato bestaat er echter ook een hogere wereld. In deze wereld bevinden zich de Ideeën, de oerbeelden van alles hier op aarde. Door te filosoferen zouden we deze Ideeën kunnen aanschouwen.
Dit verhaal inspireerde twee leerlingen tot het schrijven van een gedicht.
(afbeelding: The Sun, Edward Munch (1909))
now the arms of the sun
will embrace you at last
as you step into the new
as you silence your past
this is the final journey
your mind will be making
from darkness to light
from sleeping to waking
what if
walls of stone contain us
hold us back from a brighter world
a world so magnificent
we are afraid
what if
our bodies are just shadows
dancing around in the spinning dark
wrapped up in layers
we are afraid
what if
we all hold on to a shallow void
call it love or pain or joy
comforted by plain simplicity
we are afraid
'Plato als inspiratie voor dichtende leerlingen' has no comments
Geef als eerste commentaar hierop!