Verkeersregelaars dirigeren auto’s naar links of rechts, hekwerken fortificeren het World Forum: de voorbereidingen van de NAVO-top op 24 en 25 juni in Den Haag zijn in volle gang. De wereld staat in brand, geopolitieke spanningen stapelen zich op als de werken van Herakles. Midden in deze tijdelijke vesting ligt het Christelijk Gymnasium Sorghvliet. Wat er ook besloten wordt in vergaderzalen vol generaals en gezanten, Gerhard Binkhorst hangt na vijfentwintig jaar lesgeven op deze school zijn docentenpas aan de wilgen. Tijd voor een blik op zijn Odyssee.
“Tijdens mijn eerste studiejaar lazen we de Odyssee volledig. Pas als je hem uit had, mocht je op voor je mondeling,” vertelt Binkhorst. Zijn reis begon niet in Den Haag, maar in Utrecht, waar hij na een studie klassieke talen werkte in de Universiteitsbibliotheek. Daarna werd hij opleider en docent Spaans voor vertalers. “Spaans was mij snel vertrouwd: grammatica, naamvallen en constructies lijken op het Latijn.” In 1999 koos hij alsnog voor het onderwijs, eerst op het VCL, twee jaar later op Sorghvliet.
“Ik houd van Homerus en Sophocles. In klas 5 lezen we nu de Antigone; de thematiek spreekt leerlingen echt aan, ook al is het Grieks lastig. Tacitus is mijn favoriete Latijnse auteur, al vinden leerlingen hem veel te moeilijk.” Voor eindexamenklassen verdiept hij zich altijd extra in de auteurs: “Het mes snijdt aan twee kanten: ik leer erbij, en kan het weer doorgeven.”
De grootste verandering in het onderwijs? “De automatisering. Iedereen zit nu achter een Chromebook. Boeken zijn er nog, maar veel gebeurt digitaal.” De leerlingen zelf? “Eigenlijk niet veel anders dan vroeger. Slim, soms lastig. Wel is het vak nu gefragmenteerder: Klassieke Culturele Vorming KCV)is geïntegreerd, waardoor het culturele overzicht wat verdwijnt. Kies je Latijn, dan mis je Griekse cultuur – en andersom.”
Zelf is hij gestopt met het geven van algemene instructies. “Leerlingen werken liever zelfstandig, zeker in de bovenbouw. We behandelen centraal wat echt aandacht nodig heeft.” Vroeger werd er veel meer ‘gestampt’. “Dat zeggen ook ouders die meedoen aan onze oudercursus. ‘Had ik maar zo les gehad,’ hoor ik vaak.” Toch zijn de talen niet eenvoudiger geworden. “Ik wil ouders laten zien wat hun kinderen doen – en dat het moeilijk is.”
Welke schrijver in klas 6 op het eindexamen staat, weet het docententeam al vanaf klas 3. “Daarom waarschuw ik leerlingen soms: ‘Als Livius komt, kies dan vooral Grieks.’” Alle negen docenten op Sorghvliet geven zowel Latijn als Grieks: “Voor ons maakt het dus niet uit wat leerlingen kiezen.”
Wat brengt de toekomst van het vak? “Ik denk dat de vakvernieuwing dan z’n beslag heeft gekregen. De nieuwe generatie leerlingen zal veel verandering meemaken. Ik hoop vooral dat de aandacht voor taal en vertalen blijft. Er was een plan om één vaste auteur per vak centraal te stellen, maar dat is volgens mij gesneuveld.” En de populariteit van het vak? “Die blijft, denk ik, ook vanwege de status die het heeft. Al is dat soms ook een probleem: sommige leerlingen kiezen gymnasium om de naam, niet uit motivatie. Toch slaagt 93% van onze leerlingen in één keer.”
Leerlingen waarderen docenten vaak pas later. “In Leiden, Café Engelen, sprak een oud-leerling me aan. ‘Meneer, ik heb biertjes gebrouwen – eigenlijk voor een vriend, maar u krijgt ze.’ Ze waren nog lekker ook.”
Leerlingen enthousiasmeren doet hij met complimenten of spel. “Soms zeg ik: ‘Mag ik copyright op die vertaling?’ Of ik laat ze al vingerknippend vertalen – bij elke knip een woord. Zo houd je het leuk. Je geselt ze toch met de grammatica, maar dat hoort erbij.”
Een geliefde wijsheid van Epictetus: “Ἀνέχου καὶ ἀπέχου” – verdraag wat je niet kunt beheersen en onthoud je van oordeel. “Een houding die vandaag de dag nog steeds van waarde is.” Ook Herodotus komt voorbij: “de Atheense leider Solon die wetten opstelt, op reis gaat en de schatrijke koning Croesus ontmoet. Als die vraagt wie de gelukkigste mens is, noemt Solon niet hem, maar Tellus de Athener: hij streed voor zijn stad, zag zijn kinderen opgroeien en stierf gelukkig. “Pas aan het einde van iemands leven kun je zeggen of iemand gelukkig was.”
Komend jaar begeleidt hij nog één klas, met passages uit de Odyssee – waaronder die waarin Odysseus, vermomd als bedelaar, zijn vrouw Penelope ontmoet. Hij vertelt haar over een verzonnen ontmoeting met Odysseus en beschrijft diens mantel. Penelope herkent die als haar werk en schiet vol. De cirkel is rond voor Binkhorst: met Homerus begon het, en met Homerus eindigt het. Wat hij hierna gaat doen? “Een paar dagen per week in de UB in Leiden zitten. Grieks lezen, ook teksten die je op school niet behandelt.” De klassieke wereld laat hij niet achter – integendeel, hij keert er met volle aandacht naar terug.
'De Odyssee van Gerhard Binkhorst' has 1 comment
23 juni 2025 @ 09:37 Anneke Korevaar
Gefeliciteerd, Gerhard, met een jubileum en pensionering in één! We zijn een aardig eindje opgeschoven sinds onze studie in Utrecht. Hartelijke groet, Anneke Korevaar