Als classicus krijg ik regelmatig vragen in de trant van: gingen kinderen in het Antieke Athene en het Oude Rome ook al naar school? Waren er toen ook al verkeersregels? En hoe dan?
Om met dit laatste te beginnen: ja, er waren verkeersregels, althans in grote steden. In elk geval verboden die steden de leveranciers om overdag met karren de stad in te rijden, omdat dan de doorstroming helemaal tot stilstand zou komen. Hoe de bevoorrading vervolgens ’s nachts verliep, daar kunnen we slechts naar gissen. Het zal beslist een kabaal geweest zijn. In die zin is herrie in de randen van de nacht mogelijk iets van alle tijden.
Dat onderwijs was er, tenminste voor wiens ouders daarvoor geld hadden. Zeker voor jongens in Rome die een maatschappelijke carrière voor ogen hadden, was scholing tot op het hoogste niveau noodzakelijk. In het ‘tertiair onderwijs’ leerde je vooral spreken in het openbaar. Onderwijs was in Rome dus bepaald niet voor iedereen weggelegd.
Hier moest ik aan denken toen eind november het bericht kwam dat leerlingen met een migratieachtergrond tegenwoordig vaker naar havo en vwo toegaan dan een jaar of tien geleden. Het is een goede ontwikkeling dat ook deze leerlingen lessen volgen op hun niveau. Op de gymnasia en de scholengemeenschappen met een gymnasium streven wij er al langer naar leerlingen uit deze bevolkingsgroep met ons onderwijs te laten kennismaken. Wij hebben ook deze jongeren echt wat te bieden. Juist groepen die in het verleden onderwijsachterstand hadden, kunnen door educatie een forse stap voorwaarts zetten. “Onderwijs vormde een motor voor emancipatie.” (Sietske Waslander (2017), Onderwijs in Nederland: uitmuntende emancipatie. Onderwijs in Nederland: uitmuntende emancipatie | TIAS Business School)
Een tweede maal dat ik moest denken aan die beperkte instroom in het onderwijs in de oudheid, was tijdens de debatten over de onderwijsbegroting en vervolgens de gesprekken tussen de coalitiepartijen en een select gezelschap vanuit de oppositie, vooral toen het ging over de langstudeerboete. Lijkt het Nederlandse onderwijs steeds meer open te staan voor iedereen, dreigt het hoger onderwijs door een Zwaard van Damocles weer alleen toegankelijk te worden voor de rijken. Goed dat die maatregel van tafel is, al stemmen de gehandhaafde maatregelen niet vrolijk. Ik denk bij voorbeeld aan de bezuinigingen op onderzoek. Het zou een stevige stap terug zijn als de docentenbeurzen zouden worden afgeschaft.
Robbert Dijkgraaf en Mariëlle Paul, de bewindspersonen op het Minister van Onderwijs in het vorige kabinet, schreven niet voor niets: “Goed onderwijs is het kapitaal van onze samenleving. Elke euro die we investeren in onderwijs, is een investering in onze gezamenlijke toekomst. Nu al klinkt er overal een luide roep om goed opgeleide mensen, bijvoorbeeld in de techniek, het onderwijs, de energiesector en de zorg. En die vraag groeit in de toekomst alleen maar. Goed onderwijs is dus in het belang van ons allemaal.” (Brief aan de Eerste Kamer, 17 april 2024; in pdf: vmchgwlu12vo.pdf) Misschien goed als Staatsecretaris Mariëlle Paul deze brief nog eens herleest.
Zo helpt reflecteren op een eenvoudige vraag naar de gang van zaken in het Oude Rome toch ook weer om plannen in onze eigen tijd in perspectief te plaatsen. Mij in elk geval helpt het om wenselijke en onwenselijke ontwikkelingen helder te kunnen onderscheiden. Dat blijven we als classici ook doen in het nieuwe jaar. Blijft u ons bestoken met uw vragen. Dan komen we samen verder.
Namens het bestuur van de VCN wens ik alle lezers fijne feestdagen en in navolging van de Romeinen zeg ik graag: annus novus vobis felix, faustus, fortunatus sit!
Afbeelding: School van Athene van Rafaël, bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/De_school_van_Athene#/media/Bestand:%22The_School_of_Athens%22_by_Raffaello_Sanzio_da_Urbino.jpg
'Bericht van de voorzitter (december 2024)' has no comments
Geef als eerste commentaar hierop!