‘Als het lukt enkele dagen weg te zijn, kom ik zeker in deze tijd van het jaar graag naar dit aangename en gezonde plekje – dat lukt echter maar zelden’:[1] we zouden deze verzuchting over een favoriete vakantiebestemming dezer dagen zo kunnen horen. De uitspraak is echter van Cicero, die het heeft over het dorpje Arpinum, zijn geboorteplaats. De drukte en hitte van Rome in de zomer ontvluchtte hij, net als veel andere schrijvers, maar al te graag. De manier waarop de oude Romeinen tegen deze vakanties aankeken, verschilt soms maar weinig van de manier waarop de huidige verstedelijkte middelklasse snakt naar een vakantie buiten het drukke stadsleven: Niets nieuws onder de zomerzon.
Wie het zich kon veroorloven, verruilde het broeierige Rome (toen nog moerassiger dan nu) voor het platteland. Afgelegen van zaken en vergaderingen, rustig en schoon was het platteland niet alleen geografisch, maar ook figuurlijk een tegenpool van de steeds drukker wordende Romeinse binnensteden. Voor degenen met literaire aanleg bood een zomervakantie naar het platteland dan ook de uitgelezen plaats om te lezen en te schrijven.
De dichter Horatius bracht de dagen door ‘nu met de boeken van de ouden, dan eens met slaap en uren nietsdoen’.[2] Zijn vakantiewoning betekende voor hem de ‘aangename vergetelheid van het bezorgde leven’,[3] waar hij kon wegvluchten voor de ‘honderd verschillende zaken, die je door het hoofd schieten en om je heen springen’.[4] Was zijn vakantie voorbij, en werd hij de alledaagse besognes van Rome weer ingetrokken, dan riep hij uit: ‘O platteland, wanneer zal ik u weer zien’.[5]
Helemaal tot rust komen ging Horatius echter slecht af. Als de drukte binnen in je zit, neem je die overal mee naar toe. Zijn slaaf verwijt hem: ‘In Rome wens je het platteland, maar op het platteland prijs je de stad waar je niet bent zomaar de hemel in’.[6] De filosoof Seneca biedt raad in zijn behulpzame brieven aan zijn vriend Lucilius: ‘Je moet de lasten van de geest afleggen. Niet eerder zal een bestemming je bevallen’. [7] Wie mentaal tot ontspanning kan komen, hoeft ook niet meer ver te reizen.
Toch heeft Seneca voor vakantiebestemmingen nuttig advies. Na bezoek aan de sobere vakantievilla’s van vroeger schrijft hij Lucilius: zeer geschikt als morele herijking tegen de hedendaagse weelde.[8] In een andere brief raadt hij moderne buitenhuizen daarom af.[9] Baiae, het huidige Baia in Campanië, kan om dezelfde reden op kritiek rekenen: de overdaad is schadelijk voor de evenwichtige karaktervorming die Seneca met zijn filosofie beoogt.
De sleutel tot de ideale vakantiebestemming: ‘We moeten de
plek uitkiezen, niet alleen voor de gezondheid van ons lichaam, maar ook voor
onze houdingen’.[10] De
gezonde geest komt het best tot zichzelf in een sobere omgeving, schrijft hij.
Bergtoppen en heuvels zijn bij uitstek geschikt.[11]
Wil zijn penvriend Lucilius dan toch per se naar Baia van de zomer, dan raadt
Seneca hem dus aan het hogerop te zoeken dan de kustlijn en de stranden.
[1] Cicero, De Legibus II 3 Ego vero, cum licet pluris dies abesse, praesertim hoc tempore anni, et amoenitatem et salubritatem hanc sequor; raro autem licet.
[2] Horatius, Satiren 2 6 v 61 nunc veterum libris, nunc somno et inertibus horis
[3] Horatius, Satiren 2 6 v 62 sollicitae iucunda oblivia vitae
[4] Horatius, Satiren 2 6 vv 33, 34 aliena negotia centum | per caput et circa saliunt latus
[5] Horatius, Satiren 2 6 vv 59-60 O rus, quando ego te aspiciam?
[6] Horatius, Satiren 2 7 vv 29-30 Romae rus optas; absentem rusticus urbem | tollis ad astra levis
[7] Seneca, Epistulae Morales ad Lucilium 28 2 Onus animi deponendum est; non ante tibi ullus placebit locus.
[8] Seneca, Epistulae Morales ad Lucilium 86 over de villa van Cornelius Scipio
[9] Epistulae Morales ad Lucilium 55 over de villa van Servilius Vatia
[10] Epistulae Morales ad Lucilium 51 4 Non tantum corpori, sed etiam moribus salubrem locum eligere debemus.
[11] Epistulae Morales ad Lucilium 51 11
'“Platteland, wanneer zal ik u zien?”' has no comments
Geef als eerste commentaar hierop!