Verkiezingen: hetzelfde als democratie?

Verkiezingen en democratie: het lijken in Nederland bijna synoniemen. Maar is dat wel zo? Ook in de Romeinse Republiek ( ong. 507 – 27 v. Chr.) vonden er verkiezingen plaats, maar liefst in drie soorten. Eén van die verkiezingen is het meest bekend: de comitia centuriata. Deze verkiezingen laten mooi zien dat echte democratie en verkiezingen niet helemaal hetzelfde zijn.

Sinds de Romeinen in ongeveer 507 v. Chr. hun laatste koning verjoegen werd Rome een republiek. Ons woord republiek komt zelfs van de Latijnse uitdrukking die de Romeinen toen gebruikten om hun politiek bestuur mee aan te duiden, res publica: de publieke zaak. Dat publieke betekende dat alle Romeinen mochten meebeslissen over de koers van de stad die gaandeweg haar zeggenschap uitbreidde over het gebied rond de Middellandse Zee. De gezamenlijke besluitvorming die zo ontstond kreeg vorm in drie “volksvergaderingen” of comitia. De comitia centuriata, “vergadering van de honderden” was van de drie de oudste en de meest belangrijke.

De comitia centuriata was namelijk de kiesvergadering voor alle belangrijke magistraten. De top van de uitvoerende macht in de Romeinse republiek werd door deze vergadering verkozen: de consuls (twee hoogste leidinggevenden van het dagelijkse bestuur), praetoren (leidinggevenden en rechters) en censors (verantwoordelijk voor financiën, volkstelling en publieke zeden). Stemmen in de comitia centuriata was dus van groot belang, en alle Romeinse burgers mochten meedoen aan de stemvergaderingen, die vaak meerdere keren per jaar werden gehouden. De stemvergadering lijkt daarmee een prachtig voorbeeld van directe democratie.

De werkelijke situatie lag echter heel anders. De verkiezingen in de “vergaderingen van de honderden” was georganiseerd in stemgroepen van ongeveer honderd man; vandaar ook de naam. De groepen werden ingedeeld op basis van vermogen. Hoe rijker de burger, des te hoger de kiesgroep waarin hij zat. Daarbij kwam dat de kiesgroepen voor rijke burgers vaak veel kleiner waren dan honderd man. Hoewel er altijd meer armere dan rijke burgers waren, bleven er dus altijd meer rijke kiesgroepen over dan arme kiesgroepen. Bovendien vonden de vergaderingen plaats in volgorde van vermogen: de rijkere kiesgroepen mochten als eerste stemmen, de armere kiesgroepen als laatste. Zodra er een meerderheid was bereikt, stopten de verkiezingen. Zo gebeurde het vaak dat de armere kiesgroepen überhaupt niet aan de beurt kwamen.

De verkiezingen in de comitia centuriata laten dus mooi zien: verkiezingen maken nog geen democratie. Voor een eerlijke, vrije samenleving is meer nodig dan alleen verkiezingen. De verkiezingen moeten eerlijk zijn, en niet zo ingericht dat bepaalde groepen stelselmatig worden achtergesteld. Ook nu worden verkiezingen op sommige plekken  gebruikt om de bevolking juist te onderdrukken. Het houden van verkiezingen is daarmee nog geen garantie voor een echte democratie. Een scherpe blik op de oudheid kan ons leren wat het verschil maakt.


'Verkiezingen: hetzelfde als democratie?' has 1 comment

  1. 9 juli 2021 @ 09:42 Beheerder tegenverkiezingen.nl

    Nooit geweten dat er in het Romeinse Rijk verkiezingen waren; interessant. Wat ik me dan afvraag: waarom hebben de rijken bij het optuigen van dat systeem überhaupt nog de moeite genomen om de armen wat machteloze kruimels te geven? Hadden de rijken dat echt nog nodig om te doen alsof het systeem gelijk was; vonden ze die schijn dat kennelijk belangrijk? En verder nogal wiedes dat verkiezingen geen democratie garanderen; dat is al heel lang zo: zie veel derde wereldlanden, ook veel Arabische landen, communistische landen en nu bijvoorbeeld Rusland en Wit-Rusland. Maar waar ik dan écht niet bij kan: iemand schrijft een artikel over democratie en verkiezingen en de Oudheid, en dan denk ik: nú komt het, nú gaan ze het zeggen! Loting! Het oude Athene! Kom maar door! Maar nee hoor: geen woord erover! Hallucinant! Aristoteles vond verkiezingen niet democratisch, maar oligarchisch (aristocratisch). Ook bij de revoluties aan het eind van de achttiende eeuw leefde die gedachte bij veel denkers: verkiezingen werden aristocratisch gevonden, en het loten van burgers democratisch. James Madison, schrijver van de Amerikaanse grondwet, heeft het zelfs letterlijk gezegd: “Wij willen geen democratie!” Uiteindelijk zijn toen verkiezingen ingevoerd (aanvankelijk alleen voor de rijke mannen) om democratie (loting) tegen te houden. Senaten werden ingevoerd om de macht van het volk nog even wat verder in te dammen. Maar dat maakt verkiezingen, ook heden ten dage in westerse landen, nog niet democratisch. Integendeel: nog steeds sluiten verkiezingen grote groepen mensen uit: de praktisch/laagopgeleide meerderheid komt er vaak niet al te best af. Verkiezingen resulteren in ongelijke politieke kansen op macht, en dus vaak in beleid dat ongelijkheid doet toenemen. Lees hierover bijvoorbeeld het boek Tegen Verkiezingen van David Van Reybrouck, of Open Democracy van politicologe Hélène Landemore, en zie de website http://www.tegenverkiezingen.nl en voor een snel overzicht: http://www.tegenverkiezingen.nl/top-10

    Reply


Wil je jouw gedachten delen?

Your email address will not be published.

Deze website is onderdeel van de Vereniging Classici Nederland en gerealiseerd door AdCon Online Marketing.