Afgelopen zaterdag, 14 april 2018, vond de eerste Homeruslezing plaats. Het Nederlands Klassiek Verbond organiseerde de lezing dit jaar voor het eerst als slot van de Week van de Klassieken. Ook rijkte zij voor de achtste keer de Homerusprijs uit. De Homerusprijs bekroont jaarlijks het boek dat het beste een brug slaat tussen het Antieke en het hedendaagse. Dit jaar was dat ‘Aantekeningen over het verplaatsen van Obelisken’ van Arjen van Veelen. Ook de nieuwe vertaling van Aristoteles Poëtica door Piet Gerbrandy en Casper de Jonge, en het boek ‘Oudheid als ambitie’ van Koen Ottenheym en Karl Enenkel waren genomineerd.
De drie genomineerde boeken verwijzen op een eigen manier terug naar de Oudheid; via een vertaling (Gebrandy en De Jonge), door onderzoek (Ottenheym en Enenke) of met een roman (Van Veelen). In Aantekeningen over het verplaatsen van Obeliksen beschrijft Van Veelen niet alleen de klassieke, maar ook zijn persoonlijke geschiedenis. Hij verweeft het verlies van zijn vriend Tomas met een onderzoek naar Alexander de Grote, waarin Oudheid en heden elkaar constant raken en uitmonden in een imposante requiemroman. De jury, bestaande uit Maarten Asscher, Patrick Lateur en Rosa van Gool, bekroonde het werk daarom met de Homerusprijs.
Na de uitreiking verzorgde Maarten Asscher de eerste Homeruslezing. Hij vertelde over het bruggetje dat hij in vijf Gymnasium sloeg naar de oudheid, namelijk zijn Romereis. In detail en met humor beschreef hij de sfeer van een zelfbewust traditioneel Gymnasium in de roerige jaren ’70. Hoewel zijn klasgenootjes vertrokken naar ‘sensitivity training’ in Zeeland- “om elkaar nóg beter te leren kennen” – liet Maarten Asscher zich zijn Romereis niet afnemen, en zette hij onder begeleiding van zijn moeder koers naar de Eeuwige Stad. Ter spiegeling beschreef hij ook drie illustere voorgangers van deze tocht: Sigmund Freud, Wolfgang Goethe en Michel de Montaigne. Alle drie kwamen ze uit op verschillende, onverwachte confrontaties. Hoewel Montaigne destijds verzuchtte dat alleen de hemel en de ligging nog hetzelfde zijn als in de Oudheid, leert iedere Romereiziger zichzelf, de Eeuwige Stad en het verleden onherroepelijk beter kennen in de kronkelende straten van Rome. Elkaar écht beter leren kennen, zo besloot Asscher, kan het beste daar. Diederik Burgersdijk, voorzitter van het NKV, en Harald Hendrix, directeur van het Koninklijk Nederlands Instituut in Rome, leverde ook een bijdrage aan de middag, die met een korte borrel werd afgesloten.
Zowel met het uitreiken van de prijs, als door de lezingen werd duidelijk dat de Klassieken nooit echt voorbij gaan. Hoewel de Week van de Klassieken in 2018 weer ten einde is gekomen, blijven in boeken, lezingen, toespraken en in persoonlijke verhalen de herinneringen aan de Oudheid levend. De verbindende werking die ze op heden en verleden blijven uitoefenen, blijft het hele jaar merkbaar.
Door Gideon de Jong, BA-student Klassieke Talen aan de Universiteit Leiden en oud-leerling van het Stedelijk Gymnasium Arnhem (SGA)
'Homerusprijs en Lezing: Over de brug naar de oudheid' has no comments
Geef als eerste commentaar hierop!