Door Fenna Berger, Daniëlle Bom en Evelien Nijveld, zesde klas Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam
“Alea iacta est”
Zo zou Caesar hebben gesproken voordat hij met zijn leger de Rubicon overstak en zo de burgeroorlog ontketende waar hij als dictator uit kwam. Hij nam een risico en dat loonde zich. Caesar wist dat het, om iets te bereiken, soms noodzakelijk is om risico’s te nemen. Zowel “Medea” van Theatergroep Amsterdam als “Julius Caesar” van Orkater zijn voorbeelden van wat er kan gebeuren als zo’n risico goed uitpakt. Deze voorstellingen hebben de bekende stukken van Euripides en Shakespeare in een modern jasje gestoken. Het bewerken van zulke alom bekende en geprezen stukken vergt moed en inzet en bovendien een diepgaand begrip van het desbetreffende onderwerp. Beide voorstellingen tonen de tijdloosheid van hun verhalen aan. Ze tonen dat, onafhankelijk van de uitvoering, deze stukken nog steeds relevant zijn voor en toepasselijk zijn in de huidige samenleving. De voorstellingen tonen beide dat begrip dat zo essentieel is om een moderne bewerking van een stuk succesvol te maken. Ze hebben het risico genomen om de stukken tot op zekere hoogte uit hun eigen paradigma te trekken en proberen beide op hun eigen manier om de karakters tot leven te brengen, zodat ze de moderne toeschouwer aanspreken. In beide gevallen heeft het nemen van zo’n risico iets opgeleverd, en niet zomaar iets. Twee heel verschillende stukken, geschreven in verschillende tijden, door verschillende schrijvers, voor een verschillend publiek, zijn beide op totaal andere manieren bewerkt, maar hebben beide prachtige, tijdloze kunstwerken opgeleverd.
Medea houdt toeschouwers op puntje van de stoel
“Medea” vertelt het verhaal van Anna die, net als het titelkarakter in de tragedie van Euripides, alles om zich heen kwijt dreigt te raken en daardoor tot wanhoop gedreven wordt. Toen Euripides de Medea schreef wilde hij niet alleen een verhaal vertellen, maar hij vroeg de toeschouwers om Medea en mensen die zich in een vergelijkbare situatie bevonden te begrijpen. Dit is exact wat de voorstelling van Theatergroep Amsterdam ook doet. Ze neemt de toeschouwers vanaf de eerste seconde mee in het verhaal en laat hen niet alleen de wanhoop en de acties van Anna begrijpen, maar dwingt hen om zelf haar radeloosheid te ervaren. De voorstelling is zo opgezet en zo geacteerd dat je als toeschouwer niet anders kan dan er stil van worden. De rake, serieuze, maar vaak ook geestige dialoog trekt de je mee in het verhaal en houdt je op het puntje van je stoel tot de laatste seconde, waarna je met een zucht terug in je stoel zakt en diep inademt als om te compenseren voor die voorgaande seconden waarin je het vergeten was te doen. Hoewel de setting waar Theatergroep Amsterdam haar “Medea” in geplaatst heeft niets meer met die van het originele stuk van Euripides te maken heeft en het verhaal zoals verteld in deze moderne bewerking niet meer terug te plaatsen is de wereld waarin Euripides het zijne schreef, is deze voorstelling er zonder meer in geslaagd om recht te doen aan het verhaal en de emotie van het origineel en bovenal de intentie waarmee Euripides het stuk ooit geschreven heeft, en te laten zien dat deze vandaag de dag nog steeds relevant is.
Julius Caesar is niet alleen een icoon, maar ook een mens
Orkater’s “Julius Caesar”, in tegenstelling tot de voorstelling van Theatergroep Amsterdam, verandert niets aan het verhaal dat Shakespeare zo’n 400 jaar geleden schreef. De uitvoering daarentegen is totaal anders dan hoe Shakespeare hem zich toentertijd had kunnen voorstellen. Met een gemoderniseerde vertaling van het origineel trekt deze voorstelling als het ware niet Caesar naar de moderne tijd, maar neemt ze juist moderne elementen mee terug naar de 1e eeuw voor Christus. De voorstelling toont op spectaculaire wijze, muzikaal begeleid door de leden van blazersensemble K.O.Brass, de laatste uren van de in een witte bontjas gehulde prototype rockstar Julius Caesar, gezien vanuit het perspectief van zijn uitgebreid speechende, vriendelijke en niet zo vriendelijke, hero wannabe mede-senatoren. De prachtige monologen, het spectaculaire decor, de geweldige muzikale begeleiding, en natuurlijk het schitterende acteerwerk waaruit deze voorstelling is opgebouwd zorgen ervoor dat je als toeschouwer niet anders kan dan meegenomen worden in het verhaal. De voorstelling zorgt dat je constant van het ene op het andere been springt. Ze maakt dat je aan de ene kant snapt waarom Brutus en de anderen de moord gepleegd hebben en zou willen zeggen dat je hetzelfde gedaan zou hebben als je in hun schoenen gestaan had, maar tegelijkertijd zorgt ze ervoor dat je rouwt om de dood van een dictator die al zo’n 2000 jaar onder de grond ligt. De voorstelling neemt je mee in een achtbaanrit door de emoties en motieven van alle karakters, van Caesar tot Brutus tot Marcus Antonius, en doet je beseffen dat die mensen uit de geschiedenisboeken exact dat waren, mensen. Mensen met emoties, wensen en verwachtingen. Mensen die veel meer waren dan de daden waarom ze bekend staan. Een wijze les in een wereld waarin mensen worden veroordeeld op grond van hun uiterlijk, geloof, of seksualiteit, een wereld waarin niet gekeken wordt naar de personen met gevoelens die achter die eigenschappen schuilgaan.
Moderne tragedies verbinden heden en verleden
Zowel “Medea” van Theatergroep Amsterdam als “Julius Caesar” van Orkater zijn moderne bewerkingen van klassieke stukken. Zo’n bewerking maken kan niet zonder je heel goed bewust te zijn van de inhoud, de emotie en de nuances van het stuk dat je bewerkt. Het opvoeren van zo’n stuk is een risico: wat kan je veranderen zonder dat de toeschouwers het origineel er niet meer in herkennen, en wat moet je veranderen om het de moderne mens te laten aanspreken en raken? Het is een delicate balans, die moeilijk te vinden is. Zowel Theatergroep Amsterdam als Orkater hebben met hun voorstellingen echter laten zien dat ze die balans hebben gevonden en kunnen vasthouden. Ze hebben de gulden middenweg gevonden tussen vernieuwing en waardering van het oude. Het resultaat zijn twee prachtig opgezette en uitgevoerde voorstellingen die de toeschouwer de adem benemen. Beide stukken doorbreken de grenzen tussen heden en verleden, tussen de moderne tijd en de klassieke oudheid, en laten zien dat die grenzen helemaal niet zo star zijn als men meestal denkt. Het verleden en heden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zonder de verhalen uit de klassieke oudheid had de wereld er wellicht heel anders uitgezien, en juist daarom zijn deze verhalen nog steeds relevant in de hedendaagse samenleving. “Medea” en “Julius Caesar” zijn een afspiegeling van de verbintenis tussen heden en verleden, zonder welke deze voorstellingen er immers niet geweest, en wat mogen we de geschiedenis dankbaar zijn dat deze geweldige voorstellingen wel bestaan.
'Zesdeklassers recenseren moderne tragedies' has no comments
Geef als eerste commentaar hierop!