Van Anneke Korevaar, docente GLTC op het RML Rotterdams Montessori Lyceum ontvingen we onderstaand verhaal. Zij schreef dit zo’n vijftien jaar geleden voor het informatieblad van de school, om zonder opdringerig te zijn stiekem wat leuke dingen van de klassieken talen-vakken onder de aandacht te brengen.
De pelgrim die pak ‘m beet 2500 jaar geleden naar Delphi ging om het orakel te raadplegen, moest er veel voor over hebben om zijn vraag te kunnen stellen. Om te beginnen de reis naar Delphi: helemaal vanuit verre oorden als Klein-Azië en Italië trok men te voet, per boot, op een paard naar het middelpunt van de aarde. Want dat Delphi de navel van de wereld was, had de oppergod Zeus empirisch vastgesteld door vanaf zijn troon twee adelaars los te laten in tegenovergestelde richtingen en in de gaten te houden waar de twee vogels op elkaar botsten. Dat was boven Delphi, dus daar was het midden van de wereld.
Eenmaal gearriveerd in Delfi, waste de vermoeide pelgrim eerst het stof van de reis en en passant zijn zonden van zich af in de Kastalia-bron aan de voet van het hooggelegen tempelcomplex. Nu nog steeds is het lekker om daar na de lange busrit vanuit Athene je hoofd onder het kraantje te steken dat er inmiddels voor de moderne pelgrim is aangelegd.
Dan klom hij naar boven, naar de tempel van de god Apollo, waar het orakel audiëntie hield. Zoals de directie van grote bedrijven ook meestal op de bovenste verdieping van het kantoorgebouw zetelt, waardoor de bezoeker direct al krijgt ingepeperd dat hij in zijn nederigheid omhoog moet klimmen in plaats van dat de directeur zich komt verlagen tot zijn niveau, zo had ook het orakel de locatie van de tempel wijs gekozen. Daar aangekomen kreeg de reiziger te horen hoeveel het consult ging kosten. In de prijs was inbegrepen het offeren van een geit op het altaar voor de tempel. Ook die geit moest weer besprenkeld worden met water uit de bron daar beneden, dus het was een heel heen en weergeloop voordat het voorwerk was gedaan.
Dan kwam het plechtige moment waarop de pelgrim achter een aantal priesters van Apollo aan de tempel binnenging, tot in de heiligste ruimte. Daar stelde hij zijn vraag aan de priesteres; zij was immers het medium tussen de god Apollo en de mensen. Zij beklom haar bronzen drievoet om inspiratie van Apollo te kunnen ontvangen, wellicht in de vorm van een soort hallucinerende damp die op die gewijde plek opsteeg uit de aarde. Haar antwoord werd soms direct, soms via een interpretatie door de priesters aan de pelgrim gegeven, en dat was het dan: hij kon weer terug naar huis, met een goed advies in de achterzak.
Maar was dat echt alles? Soms wel, als het een simpel adviesje was. Maar vaak was het advies niet direct duidelijk voor de ontvanger en moest er nog wat verstandige interpretatie aan te pas komen. Halverwege de zesde eeuw voor Christus maakte koning Kroisos uit Lydië in Klein-Azië, de rijkste man van de wereld, de gang naar Delphi om te vragen of het een slim plan was om het enorme Perzische rijk aan te vallen. Het orakel antwoordde dat Kroisos in dat geval “een groot rijk zou vernietigen”. Mooi, dacht Kroisos, en viel Perzië aan. Bleek het grote rijk zijn eigen rijk te zijn. Anderhalve eeuw later misten ook de Atheners een hint. Athene was in oorlog met aartsvijand Sparta en stuurde een delegatie naar Delphi om te vragen op welke manier zij hun strategische positie en het moreel van hun burgers konden verbeteren. “Als u van uw burgers goede mensen wilt maken, stop dan datgene wat het beste is in de oren van uw jongemannen”, orakelde het orakel. Haastig bestelden de Atheners bij de juwelier gouden oorringen voor alle jonge mannen in de stad. Maar mooi dat het niet hielp: Sparta won de oorlog. Wat was er misgegaan? Het orakel had met “datgene wat het beste is” geen dure oorsieraden bedoeld, maar het filosofische inzicht dat de Atheense democratie ten onder ging aan winstbejag: doordat Athene haar rijk steeds verder wilde uitbreiden, veroorzaakte zij zelf het conflict met haar buren dat de democratie tenslotte de das omdeed.
Het allerbeste advies van het orakel aan de talloze bezoekers van het heiligdom in Delphi stond gratis en voor niks in koeienletters gebeiteld boven de toegangsdeur van de tempel. In de stress en de drukte van al dat wassen en het klimmen en het betalen en het offeren zagen de pelgrims dit advies helaas meestal over het hoofd. Hadden zij even de tijd genomen om het te lezen, dan hadden ze zien staan: GNWQI SEAUTON, “ken jezelf”. Als Kroisos even logisch had nagedacht, had hij ingezien dat het kleine Lydië het nooit zou kunnen winnen van het grote Perzië. En als Athene geluisterd had naar de wijze raad van haar eigen burgers als Socrates en Euripides, had zij zelf ingezien dat de lust tot uitbreiding van haar macht en rijkdom de achilleshiel van haar jonge democratie was. En de man die kwam vragen of zijn vrouw hem wel trouw was, had thuis kunnen blijven en zich afvragen of hij haar soms aanleiding gaf om hem niet trouw te zijn.
Het tempelterrein van Delphi is in de loop der eeuwen bedolven onder de geschenken van dankbare cliënten: marmeren en bronzen monumenten, gestileerde navels in alle soorten en maten, tempeltjes, zuilengalerijen, schathuisjes vol met schatten. Het museum naast het opgravingsterrein barst uit zijn voegen van al die mooie spullen. Maar het orakel zelf lijkt met het “ken jezelf” te willen zeggen: “Bedankt, reuze fijn, blij dat u tevreden bent – maar als u zich eventjes serieus had afgevraagd wat u zélf van uw probleem dacht, dan had u zich een hoop geld en moeite kunnen besparen”.
Daar kunnen wij het allemaal mee doen. Ook wij doen vaak moeilijk waar het makkelijk kan. Het schijnt dat je voor duizenden euri een “brainmachine” kunt kopen die met lichtsignalen en geluidsimpulsen je hersenen laat mee-vibreren met als gevolg dat je je ontspant. Je kunt natuurlijk ook gewoon in een warm bad gaan zitten of een eindje gaan joggen. Het lijkt of een advies waarvoor je moeite hebt moeten doen en dat geld gekost heeft, alleen om die reden al waardevol is. Bijlesinstituten rondom een school leven daarvan. Dankbaar laten wij onze schat achter voor het orakel, in de vorm van knisperende eurobiljetten.
Soms zijn wij ook zelf het orakel. Dan komen onze kinderen of onze leerlingen naar ons toe en vragen ons advies. Nu zijn wij als opvoeders bijzonder goed in het geven van adviezen. Wij hebben al veel van het leven gezien, en als je dan ook nog eens een aantal jaren voor de klas hebt gestaan, is het helemaal erg met je gesteld: dan heb je van het geven van instructie, uitleg en beoordelingen je vak gemaakt en doe je niets liever dan die vaardigheid in de praktijk brengen. Neem mij nu. Moeder en leraar tegelijk. Als ik een gesprek heb met mijn of uw kinderen, klim ik meestal direct op mijn drievoet en geef mijn orakel. Als ze het niet snappen, leg ik het gewoon nog een keer uit. Een derde keer als het moet. Daar vragen ze immers om?
En toch moet dat soms niet zo. Als er een minder zakelijk, meer persoonlijk probleem besproken moet worden, mag het heel verleidelijk zijn om daar meteen een advies op los te laten (dat spaart immers tijd en de pelgrim lijkt er tevreden mee), maar dat is niet altijd de weg. Problemen hebben soms oorzaken die zo complex zijn dat ik ze niet kan doorgronden, en er is er dan maar eentje die dat wél kan: het kind zelf. Dan is elk advies van mij per definitie ontoereikend en ligt in hém de oplossing verborgen. Wil je die oplossing bereiken, dan zul je samen op de drempel van de tempel moeten gaan zitten, en dan doe jij als orakel het best je werk als je simpelweg naar boven wijst, naar de spreuk boven de deur, en vraagt: “Wat vind je hier eigenlijk zelf van?”
'Verhaal: Ken jezelf' has 1 comment
29 juni 2017 @ 11:10 Docente Anneke Korevaar over haar verhalen op Klassieken.nu |
[…] staan er vier stukjes van Anneke op de website: ‘Ken jezelf’, ‘Het ideale cadeau’, ‘De wraak van de tijd’ en ‘Langzaam’. Ze schreef ze tussen 1995 […]