Siebrand van der Ploeg werkt als Associate bij SPJ Financiële & Corporate Communicatie te Amsterdam. Tot 1 januari 2017 was hij partner bij dit kantoor. Hij houdt zich bezig met financiële communicatie en het communicatief begeleiden van strategische veranderingsprocessen. Siebrand deed na zijn studies theologie en bedrijfskunde van 1980 tot 1987 bij grote Nederlandse banken ervaring op als tekstschrijver en woordvoerder over financiële, economische en bedrijfskundige onderwerpen. Nu schrijft hij vaak zakelijke teksten voor financiële dienstverleners als ING, NN Group en Equens.
Voor Klassieken.nu boog hij zich over de vraag ‘wat moet je nou met Grieks en Latijn in de financiële communicatie?’ Hieronder lees je zijn antwoord.
Met negen uur Grieks en negen uur Latijn per week ben ik in mijn middelbare schooltijd diep ondergedompeld in de wereld van de klassieke oudheid. Het was nog het echte oude gymnasium. Maar bij geen enkele taal heb ik zo precies leren lezen – en daardoor precies leren formuleren – als bij de klassieken. Het werd er echt ingeramd: verbuigingen, vervoegingen, de vermaledijde stamtijden die we uit ons hoofd moesten leren (wat overigens erg handig bleek). En later de vorm van teksten en de opbouw van verhalen. Van de bloemrijke vergelijkingen en sierwoorden van Homerus, tot de supercompacte, bijna wiskundige taal van Tacitus. En van het dichterlijke ritme van Ovidius tot de tekstueel misschien wat saaie, maar inhoudelijk weer interessante verslagen van Julius Caesar. Grieks en Latijn zijn de roots van onze taal- en vertelcultuur. En hoeveel wetenschappelijke woorden zijn niet makkelijker te begrijpen en te onthouden als je de etymologie ervan kent!
Bij geen enkele taal heb ik zo precies leren lezen – en daardoor precies leren formuleren – als bij de klassieken.
Combinatie van theologie en bedrijfskunde
Het lag voor mij dan ook voor de hand om een taal of in ieder geval een talige studie te gaan volgen. Het had overigens net zo goed rechten kunnen worden, waar je in die tijd ook Latijn voor nodig had – en terecht! Maar het werd theologie, een breed en daardoor erg interessant vakkenpakket. We lazen het Oude Testament in klassiek Hebreeuws, het Nieuwe in koinè Grieks (eitje na Euripides, Homerus, Plato), kerkvaders in (lastig) Latijn. Daarnaast kregen we filosofie, kerkgeschiedenis, vergelijkende godsdienstwetenschap en nog zo wat. Ik wilde echter geen predikant worden of het onderwijs in. Dus werd het na het kandidaats (waarvoor je in die tijd na drie jaar een officieel examen aflegde) iets heel anders: bedrijfskunde, het terrein van de Mammon. Hierin heb ik het doctoraal behaald (MBA).
Mensen werden geïntrigeerd door de bijzondere combinatie van opleidingen.
Bij een bank werken … ik?
Tijdens deze studie merkte ik dat schrijven in andere disciplines me eveneens goed afging. Medestudenten / werkgroepgenoten vonden dat ook … En lieten schrijfwerk graag aan mij over. Na het afstuderen vond ik makkelijk een baan bij de pr-afdeling van een bank. Wie had dat gedacht! Ik in ieder geval niet toen ik nog met mijn opleiding bezig was. Maar het ging goed. Mensen werden geïntrigeerd door de bijzondere combinatie van opleidingen. Ik begon als tekstschrijver en speechschrijver over de meest uiteenlopende economische en maatschappelijke onderwerpen. Later werd ik ook persvoorlichter. Door m’n brede opleiding waren gesprekken met opdrachtgevers (collega’s, topmanagement, klanten) direct heel inhoudelijk en vaak ook persoonlijk.
Op eigen benen
Na een tussenstap bij een andere bank ben ik vervolgens als partner toegetreden tot het bureau voor financiële en corporate communicatie dat mijn eerste baas zojuist had opgericht. Met vanaf het begin een jaloersmakende klantenportefeuille met onder meer een bekend Nederlands uitzendbureau, een grote bank, een bekende luchtvaartmaatschappij, een internationale platenmaatschappij, een grote bouwonderneming, een grote vastgoedbelegger, buitenlandse vermogensbeheerders enzovoort. Onze specialisatie: ondersteuning bij het vertellen van ‘het verhaal achter de cijfers’ in de vorm van communicatieplannen, mediarelaties, interne communicatie, bij alle nieuwsgebeurtenissen, zoals fusies, beursgangen of andere strategische kruispunten.
Wat mij betreft zijn klassieke talen zeker niet elitair. Ze zorgen er juist voor dat je elitaire taal leert relativeren en aanpassen aan wat je aan wie wilt vertellen.
Juist niet elitair
Voor mezelf kan ik me niet voorstellen dat ik zonder mijn klassieke opleiding toch redelijk soepel en ook met zoveel plezier complexe onderwerpen voor uiteenlopende doelgroepen begrijpelijk had kunnen weergeven. Het bedrijfsleven en zeker de financiële wereld hebben er nogal een handje van om met hun eigen koeterwaals onderwerpen nog moeilijker te maken dan ze al zijn. ‘Talig overwicht’ – zeker mede dankzij kennis van de manieren van vertellen uit de oudheid – heeft me steeds het zelfvertrouwen gegeven om het anders – eenvoudiger, korter – te durven zeggen. Niet zelden met als reactie: nu snappen onze collega’s en klanten het ook! Kortom, het precieze formuleren en het bewustzijn dat je verhalen op verschillende manieren kunt vertellen zijn voor mij de perfecte basis geweest voor een interessant en leuk werkend leven. Wat mij betreft zijn klassieke talen dan ook zeker niet elitair. Ze zorgen er juist voor dat je elitaire taal leert relativeren en aanpassen aan wat je aan wie wilt vertellen.

Siebrand van der Ploeg
Bron foto en inleidende tekst: website SJP.
'Siebrand van der Ploeg: wat moet je nou met Grieks en Latijn in de financiële communicatie?' has 1 comment
13 mei 2021 @ 11:19 Eduard Jansen
Ik had het genoegen om op dat gymnasium een jaar naast Siebrand te zitten. Ik heb toen indirect ook wel een beetje (niet genoeg!) bijgedragen aan zijn opleiding, klassiek en overig. Siebrand heeft gelijk dat de klassieke opleiding een nuttige basis is voor latere studie, maar mijn mening is toch dat het destijds wel een erg zwaar onderdeel van ons vakkenpakket was. Ik zou het achteraf fijn gevonden hebben als er ook aandacht voor meer praktische vakken geweest was, bijvoorbeeld voor autotechniek en voeding. Daar zou ik als cultureel antropoloog in primitieve omstandigheden in allerlei landen veel aan gehad hebben. Groeten aan Siebrand!